Liesbeth, Femke, Lucas en Bram – vier ex-psychiatrische patiënten – wonen in Huize Waterheidestraat. De psychotherapeute, Joke, moet hen helpen hun plaatsje in de “normale” maatschappij te heroveren. Helaas doet Joke vaak te goed haar best. Liesbeth wil kunstenares worden en verblijft een groot gedeelte van de dag in een koelkast. Femke blijft geobsedeerd door zelfmoord. Lucas is een cynicus met een scherpe tong en Bram raakt regelmatig in een “dip” omdat zijn biologische tuin de meest bizarre en onherkenbare dingen voortbrengt. De bewoners lijken nog niet echt op “normale” mensen. De schepen die verantwoordelijk is voor de subsidie van huize Waterheidestraat komt dus maar een keer polshoogte nemen, het ziet er naar uit dat de geldkraan wordt dichtgedraaid en de bewoners weer terug naar de inrichting moeten. Joke geeft duidelijke instructies hoe de bewoners zich moeten gedragen als de wethouder komt, maar deze betutteling schiet hun in het verkeerde keelgat. Ze besluiten om zowel Joke als de wethouder duidelijk te maken dat zij best hun eigen boontjes kunnen doppen. Op eigen “gekke” wijze bezorgen ze hun gasten een zeer bijzondere avond. Hierbij krijgen zij onverwacht hulp van hun nieuwe buren; de buurman blijkt een “talentvol” goochelaar en de buurvrouw tracht op deze avond wat plastic bakjes aan de man te brengen. Zeer bekwaam blijven de ex-gekken de baas en regelen de zaakjes met durf en een beetje bedrog. Al met al; uitdagend toneel met moderne thema’s en een gezond portie humor.